Zwerven door de straten van Parijs is als wandelen door een openluchtmuseum. De prachtige en gevarieerde architectuur van de stad verwijst bij elke bocht naar de geschiedenis van de Franse hoofdstad, met gedenkplaten op veel gebouwen die de belangrijke lokale en internationale gebeurtenissen en personages die ermee verbonden zijn toelichten.

Hoewel er bovengronds genoeg te zien is in Parijs, is een reis naar de ondergrondse tunnels van de stad net zo boeiend. Daal af onder de straten van het centrum en je vindt de Parijse Catacomben, een uitgebreid netwerk van ingewikkeld gerangschikte menselijke beenderen die een andere kant van de geschiedenis van de stad vertellen.

Tijdens de Franse Revolutie dienden de Parijse Catacomben als de belangrijkste laatste rustplaats van de meeste Parijzenaars, van wie velen door de guillotine stierven, waaronder Maximilien Robespierre, een van de meest controversiële figuren van de revolutionaire beweging.

Hier vindt u alles wat u moet weten over deze ondergrondse attractie in Parijs, van hoe u deze kunt bezoeken tot hoe hij is ontstaan en wiens overblijfselen u misschien tegenkomt als u er bent.

begraafplaats in parijs

 

catacomben in parijsWat zijn de Parijse Catacomben?

Een bezoek aan de Parijse Catacomben is niet voor doetjes. In steen gekerfd boven de ingang van het ondergrondse ossuarium staat "Arrête, c'est ici l'empire de la mort". ("Stop, dit is het rijk van de doden.") De smalle ondergrondse gangen die naar het ossuarium leiden, zijn voorzien van informatie over de straten die ze volgen en van historische weetjes over de catacomben.

Als u door het netwerk van tunnels loopt die door het ossuarium zelf lopen, ziet u muur na muur met ontelbare menselijke beenderen, waarvan sommige zijn bewerkt tot uitgebreide kruisbeelden en merkwaardige sculpturen.

Vandaag zijn de botten nogal kunstig gestapeld, maar dat was niet altijd het geval. Oorspronkelijk werden ze onaangekondigd in de groeve gegooid, samen met alle andere overblijfselen. In 1810 nam de toenmalige inspecteur van de steengroeven Hericart de Thury de taak op zich om orde op zaken te stellen en ordende de botten in de vitrines die u nu ziet.

Er zijn nog meer curiositeiten langs de weg, zoals een bron genaamd de Fontain de la Samaritaine en een sepulcrale lamp die werd gebruikt om een beetje frisse lucht naar de ondergrondse tunnels te brengen.

Zijn er beroemde mensen begraven in de Parijse catacomben?

In de Parijse catacomben werd een aantal opmerkelijke overblijfselen van Parijse begraafplaatsen naar Robespierre overgebracht, waaronder die van architect Salomon de Brosse, die het statige Luxemburgse paleis ontwierp; de beroemde Franse sprookjes- en fabelschrijvers Charles Perrault en Jean de La Fontaine, en de schilder Simon Vouet, die onder Lodewijk XIII Eerste Schilder van de Koning was.

catacombenmuur

Wat is de beste manier om de Parijse Catacomben te zien?

De twee uur durende Skip-the-Line Paris Catacombs Tour met speciale toegang van City Experiences neemt u mee onder de straten van Parijs om de laatste rustplaats van zo'n zes miljoen mensen te verkennen.

U loopt langs de mensen die in de rij staan en gaat direct ondergronds, waar een deskundige historicus u uitlegt hoe de Parijse catacomben zijn veranderd van oude kalksteengroeven in een van de grootste gemeenschappelijke begraafplaatsen in heel Europa. Uw gids neemt u ook mee naar een aantal speciale ruimtes die normaal gesproken niet toegankelijk zijn voor het publiek.

skyline van parijs bij nachtWaarom zijn er catacomben in Parijs?

Aan het eind van de achttiende eeuw werd Parijs geconfronteerd met een groot probleem. De overvolle begraafplaatsen vormden een enorm gezondheidsprobleem, met lijken die zich opstapelden en soms zelfs weer opdoken na de begrafenis.

In 1763 vaardigde koning Lodewijk XV een officieel decreet uit dat alle begrafenissen binnen de stadsgrenzen van Parijs verbood. Tegenwerking van de kerk verhinderde echter de verplaatsing van begraafplaatsen naar buiten de stadsgrenzen, en pas in 1780 werden drastische maatregelen genomen.

In dat jaar begonnen Parijzenaars die in de buurt van de begraafplaats Saints Innocents woonden, de oudste en grootste begraafplaats van de metropool, een opmerkelijke stank te bespeuren. De muur van een kelder naast het kerkhof was ingestort door het gewicht van de massagraven.

Er werden officiële klachten ingediend en in 1786 pakte de overheid het probleem aan door veel van de overblijfselen die in Les Innocents waren begraven over te brengen naar een locatie onder de straten van de stad, die oorspronkelijk had gediend als locatie voor ondergrondse steengroeven, nu heringericht als het "Gemeentelijk Ossuarium van Parijs".

De pogingen om de lijken van de stad te verplaatsen werden uiteindelijk uitgebreid naar andere Parijse begraafplaatsen. Het zou vele jaren duren voordat de stad het proces volledig had voltooid, en uiteindelijk zo'n zes tot zeven miljoen lichamen naar de ondergrondse tunnels van de stad had verplaatst.

In de loop der jaren werd het Gemeentelijk Ossuarium van Parijs uiteindelijk bekend als de Catacomben van Parijs (een verwijzing naar de oude Romeinse catacomben). De ondergrondse site werd begin 19e eeuw opengesteld voor het publiek en is sindsdien een populaire toeristische bestemming.